Indien u als slachtoffer van een verkeersongeval, arbeidsongeval, medische fout of misdrijf lichamelijk en/of geestelijk letsel heeft opgelopen, heeft u naast vergoeding van uw vermogensschade (inkomstenderving en/of gemaakte kosten) op grond van de wet ook recht op een naar billijkheid vast te stellen smartengeldvergoeding. Smartengeld betreft een uitkering in geld voor immateriële schade die ingeval van letselschade onder meer bestaat uit pijn, verdriet en gederfde levensvreugde.
Vergeleken met andere Europese landen zijn de smartengeldvergoedingen die in Nederland worden betaald laag. In Nederland speelt daarom al geruime tijd een discussie over de hoogte van het smartengeld. Zowel slachtoffers, hun belangenbehartigers, de wetenschap en de rechterlijke macht pleiten al jaren voor een verhoging van de smartengeldbedragen.
Ondanks dat er al een geruim aantal jaren een breed maatschappelijk draagvlak bestaat voor een verhoging van het smartengeld, valt er in de rechtspraak helaas nog maar weinig verandering te bespeuren. Dit komt met name door een uitspraak van de Hoge Raad van 17 november 2000 (Druijff / Bouw), waarin de Hoge Raad heeft uitgesproken met welke factoren rekening moet worden gehouden bij de bepaling van de hoogte van het smartengeld. De Hoge Raad zegt “dat er gekeken moet worden naar vergelijkbare gevallen” met in aanmerkingneming van de sinds de betreffende uitspraken opgetreden geldontwaarding (inflatie). Hoewel de Hoge Raad ook heeft aangegeven dat geen rechtsregel de rechter belet mede acht te slaan op de ontwikkelingen in andere landen met betrekking tot de toegekende bedragen, kunnen deze ontwikkelingen volgens de Hoge Raad niet beslissend zijn voor de in Nederland toe te kennen bedragen.
Als gevolg van voornoemde uitspraak van de Hoge Raad kijken rechters voor het bepalen van de hoogte van een toe te kennen smartengeldvergoeding standaard in de Smartengeldgids. Dit betreft een door de ANWB uitgegeven gids, waarin inmiddels al meer dan 50 jaar de bedragen worden bijgehouden die rechters in eerdere zaken hebben toegekend. Doordat veel rechters zich als gevolg van voornoemde uitspraak van de Hoge Raad gebonden voelen aan deze gids wordt de rechtsontwikkeling op het gebied van smartengeld belemmerd. Indien rechters niet willen afwijken van de bedragen die hun voorgangers hebben toegekend zullen de smartengeldbedragen (afgezien van de inflatiecorrectie) immers gelijk blijven.
Uit een recent arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden blijkt dat rechters zich nog steeds gebonden achten aan de Smartengeldgids. Het Hof overwoog hierbij expliciet dat in de Smartengeldgids geen goed vergelijkbare zaak te vinden is en bepaalde het smartengeld
vervolgens naar redelijkheid en billijkheid op € 70.000,–. In dit geval had het slachtoffer geluk. Indien er wel een vergelijkbare zaak te vinden was geweest zou het daarin toegekende bedrag waarschijnlijk veel lager zijn geweest en was het maar de vraag geweest of het Hof hiervan substantieel had durven afwijken.
Dat niet iedere rechter zich gebonden acht aan de Smartengeldgids blijkt uit een recentelijk door de rechtbank Gelderland in een strafzaak gewezen vonnis, waarin aan
het slachtoffer die als gevolg van een misdrijf ernstig verbrand raakte, een smartengeldbedrag van € 200.000,– werd toegekend. Met deze uitspraak werd het tot dan toe in rechte toegekende recordbedrag van € 150.000,– verbroken.
Belangrijk is echter om te beseffen dat het overgrote deel van letselschadezaken buiten de rechtszaal worden beslecht in het kader van de minnelijke schaderegeling met aansprakelijkheidsverzekeraars, waarbij slachtoffers kunnen worden bijgestaan door een letselschadeadvocaat. In dat kader worden al veel langer en vaker substantieel hogere smartengeldbedragen gerealiseerd die niet worden gepubliceerd in de Smartengeldgids. Het zou de rechtsontwikkeling en daarmee het belang van slachtoffers ten goede komen wanneer deze buiten rechte gerealiseerde smartengeldbedragen ook worden gepubliceerd in een gids, zodat rechters hiermee een extra instrument hebben om invulling te kunnen geven aan de al jarenlang – ook bij rechters – bestaande wens tot verhoging van het smartengeld.
Heeft u vragen over smartengeld? Neem gerust contact met ons op, wij zijn u graag van dienst!